Knibbel knabbel knuisje, wie komt er gokken in mijn huisje? (Deel 1)
Het sprookje van Hans en Grietje is enkel een zacht verteld verhaal van ware gebeurtenissen in een ver verleden. Nog lang voordat er internet casino’s aanwezig waren, in een tijd dat men nog niet eens op de hoogte was van de uitbundige mogelijkheden van de royale land gebaseerde casino’s. Het was een tijd… waar sprookjes enkel nog over kunnen dromen…
De vriendelijke wolf
Vrij vertaald was het Hans. Hans met zijn vriendin, best een leuk grietje, die liepen door het bos. Ze moesten werken, want het was nog geen weekend. Het was een bewolkte, donkere donderdag avond. Ze waren op weg naar de rivier, om daar geen hout, maar goud te zoeken. Eenmaal bij de rivier aangekomen gingen ze aan het werk. Ze woonden in een interessant groot landhuis aan de voet van een berg, enkele honderden meters verderop. Ze waren niet ver van huis. De rivier ging echter van de top van de berg, tot ver in het land. Niemand kwam ooit in dit gebied van de rivier. Iedereen was doodsbang voor de vader van Hans z’n grietje, Robin Good, die als een wolf ‘snachts in het gebied op zoek was naar ieder met kwade bedoelingen.
Wat een lief grietje
Naarmate de tijd verliep en zowel Hans als zijn grietje de rivierbodem aan het doorzeven waren, bedacht het grietje dat ze verderop de berg misschien meer zou kunnen vinden. Ze kon Hans niet meer zien, maar hij wist dat ze aan deze kant van de rivier aan het werk was. Ze besloot snippertjes bladgoud op de donkere aarde langs de rivier achter te laten, zodat haar Hansje haar makkelijk terug kon vinden. Ze liep verder omhoog de berg op, haar ogen en oren open houdend voor eventueel dreigend gevaar. Ze had haar rode cape om, zodat haar vader haar meteen kon herkennen. Die man was zo gek op zijn dochter, al van kinds af aan vertelde hij haar dat hij haar wel op kon eten. Echte vader-dochter liefde. Zijn kleine grietje. Trots was hij op haar!
Oh nee! Het is…
Hans was helemaal in gedachten verzeild maar werd opeens weer wakker toen hij plots verblind werd door een hele heldere fonkeling in het water! Een enorme goudklomp? Nee, het was de reflectie van de grote maan. Het was een felle volle maan. Deze zag hij de verdere avond niet, omdat het de hele avond al bewolkt was. Hans begint ineens ernstig te kijken en beseft zich dat het gisteren bijna halfvolle maan was en kijkt langzaam angstig omhoog en ineens schrikt hij nog een keer: “Oh nee! Het is half-volle maan!” Hij laat zijn spullen vallen in de rivier en begint vol onrust te roepen! “Waar ben je?! Emma!! Jolanda!! Pauline!! Kom gauw naar huis! HET IS HALF-VOLLE MAAN!!!”
Wordt vervolgd…