Knibbel knabbel knuisje, wie komt er gokken in mijn huisje? (Deel 4)
Vorige keer in deel 3:
Even zakt Robin Good met wanhoop door zijn knieën, maar vastberaden om Allading en zijn 7 rovers in te halen en het grietje terug te halen, gaan Hans en Robin met versnelde pas de vele voetsporen achterna. Wat ze echter niet weten, is dat het grietje de bandieten al hoorde aankomen en was gaan schuilen in de bosjes. Op dit moment zijn het Hans en Robin die in meer gevaar zijn dan ze wellicht zelf beseffen. Maar hoe zit het met Pauline.. Jolanda.. Emma.. ach, het grietje?
Wraak!
Het grietje wachtte tot Allading en zijn 7 rovers op veilige afstand waren en ging beginnen met haar plan. “Die vervelende rovers, niemand is veilig voor ze. Maar deze keer zijn ze allemaal niet thuis, ik heb het mijn eigen ogen gezien. En nu kom ik er ook nog eens achter waar ze wonen. Nu zijn zij aan de beurt!” Fluistert ze tegen zichzelf, als ze vlug de voetsporen van de rovers terug begint te volgen naar waar ze vandaan komen.
Goede vrienden
Het is een uur lopen, diep het bos in. “Geen wonder dat nooit iemand ze kan vinden”, denkt het grietje. Maar half buiten adem door het rennen, omdat ze het stiekem toch wel een beetje spannend vond, komt ze aan bij een enorm dikke boom, met een voordeur. Ze kijkt goed om haar heen en komt half hijgend steeds dichterbij de deur. Het is overal doodstil. Als ze bij de deur aankomt, ziet ze dat er iets in het hout staat geschreven: “Dankjewel voor het exorcisme Allading. Voor mijn vrijheid is dit mijn dank. Je geestige vriend Gaspar – het onvriendelijke demoontje – beter bekend als: De beruchte Jack Black”. Even schrikt ze! Maar dan zucht ze. “Gekke tor, niet over mijn hand heen lopen! Zegt ze schattig tegen het insectje. Ze duwt de tor van haar hand en maakt een foto van de deur. “Dat moeten de mannen later maar vertalen, gelukkig heeft mijn telefoon overal plaatjes.” En zonder enige zorg loopt opent ze de deur, die vreemd genoeg niet op slot zit, en ze loopt naar binnen.
7 bier 1 fles wijn
Met dat ze naar binnen gaat, loopt ze blijkbaar voorbij een sensor en het licht in de woonkamer gaat aan. Ze kijkt rond en het eerste wat ze ziet is een honkbal knuppel die meteen binnen naast de deur aan de muur hangt. Als ze verder kijkt ziet ze een grote tafel die meer lijkt op een trap. Bij het laagste gedeelte staat een klein stoeltje en een klein bordje en zo een steeds groter stoeltje, met groter bordje, bij elk deel van de tafel dat hoger is. Helemaal aan het eind schiet de tafel een stuk omhoog. “Daar zit Allading natuurlijk” zegt ze met haar fronsende wenkbrauwen en tuitende boze lipjes. Je ziet de charme er wel van in als je haar beter kent, maar nu lijkt ze meer op een grote baby. Ze loopt naar de keuken en ‘klik’ ook daar gaat het licht zomaar ineens aan. Het grietje stopt, kijkt rond, haalt haar schouders op en loopt verder en opent de koelkast. Ze ziet 7 flesjes bier en een volle fles wijn. “Gierig” zegt ze.
Grrrr!!!
Ze pakt ze allemaal tegelijk uit de koelkast en laat 1 flesje bier per ongeluk op de grond vallen. “Klats!” Kapot. Ze schrikt zo van de knal dat ze bijna groen kleurt van boosheid. “Nu heb ik genoeg gezien! Nu is het is tijd voor wraak!” Ze legt alle flesjes neer op de grond en begint ze als een malle achter elkaar leeg te drinken. Alsof ze er niets van voelt rent ze al fronsend en lip-tuitend naar de voordeur, pakt de honkbalknuppel en ramt alle bordjes, stoelen, tv, schilderijen, kasten en meubilair door de woonkamer heen! Alsof het nog lang niet genoeg is rent ze de trap op en door het aanspringende licht weet ze meteen waar de slaapkamers zijn en slaat vervolgens alle bedden volledig aan gort. Niets is meer heel.
Hijgend en puffend kijkt ze vanaf bovenaan de trap naar de ravage die ze om zich heen heeft veroorzaakt en opeens pikt haar perfect getrainde goudzoekende oog een glinstering op van een voorwerp op de grond, achter de openstaande keukendeur. Zonder ergens doorheen te lopen, ‘klik’, gaat ineens.. het lampje boven haar hoofd aan…
Wordt vervolgd…