Knibbel knabbel knuisje, wie komt er gokken in mijn huisje? (Deel 5)
Vorige keer in deel 4:
Allading en de 7 rovers zijn op veilige afstand aan het achter de bosjes verstopte grietje voorbijgelopen. Als ze de voetsporen van deze dieven begint terug te volgen, komt ze diep in het bos aan bij een huis. Op de deur staat de dankbaarheid uitgeschreven van een blijkbaar bevrijdde demoon met geestige humor. Maar het grietje is er met een missie en loopt het huis met lichtsensoren binnen. Ze drinkt het drinken uit de koelkast en maakt de keuze dat het tijd is voor wraak. Groen van woede pakt ze de honkbalknuppel en ramt vervolgens het halve huis aan gort. Hijgend en puffend kijkt ze naar haar ravage en ziet ze opeens een glinstering beneden op de grond.
“Maar
natuurlijk!” Zegt het grietje. Ze beseft zich ineens dat dit het rovershol is waar die dieven elke keer na hun nachtelijke plundertochten naartoe terugkeren. “Van ons en van de dorpjes verderop aan de bosrand hebben ze zoveel gestolen… misschien vind ik alles wel terug wat ze hebben gestolen!” Ze rent de trap af en loopt naar het glinsterende voorwerp dat half achter de openstaande deur ligt. Ze komt dichterbij, ze trekt de deur verder open en ze wil kijken naar de grond maar wordt verblind door een warme gloed die uit de kamer rechts van haar komt. Ze kijkt met knijpende oogjes de kamer in en haar ogen worden groot, haar mond valt open en ze geeft een kreet! “AAAAHHH!!!!”
HALT!
Op precies dat moment zweeft Allading met zijn lopende 7 rovers richting de top van de berg, vrolijk zingend “Heehoo heeHAAAAALLLTTT!!!” Klinkt het ineens van middenuit de groep. “We hebben een indringer!” Zegt Rooie, de kleinste van de 7. Met zijn op 7G werkende oortelefoontje heeft hij net de kreet van het grietje gehoord in hun huis. “Verdomme waarom moeten we ook altijd zo hard zingen!” Roept Rooie. Allading wil van zijn vliegend kliklaminaat afstappen maar ziet de modder en bedenkt zich. Rooie kijkt hem raar aan en Allading wijst naar zijn schoenen. “Kasjmier man” zegt hij. Rooie kijkt van chagrijnig naar begripvol en zegt “Oja, oke, nee ik snap het.” Geeltje mengt zich in het gesprek en zegt “Hallo? Wat gebeurt er allemaal? Het is niet altijd halfvolle maan broeders! We hebben maar tot de eerst zingende rotvogel in de ochtend en met een beetje pech heb je weer ergens zo’n vroege vogel! Herinner je allemaal even goed waarom we hier zijn! We hebben hem de vorige keer niet voor niets bevrijd!”
Moeilijke keuzes
Rooie haalt diep adem en zegt: “Broeders, we hebben een probleem. Ik heb net gehoord dat er iemand in ons huis is en aangezien ik haar heb gehoord, betekent dat ze in de kamer des onheils is. “Ohneeohnee! Wat moeten we doen? Dit kan niet! We moeten wat doen! Straks doen we dit allemaal voor niks! OHNEE oh mijn duivel oh wat te doen WAT TE DOEN!?!?” De 7 kleine rovers roepen en praten door elkaar heen waardoor Allading tot orde overgaat en schreeuwt: “ROVERS!!” De mannen stoppen en kijken op naar hun zwevende leider “Wat gaan we doen?” Blauwtje neemt het woord en zegt: “We hebben denk ik niet veel keus Al. Jack Black kent veel trucjes maar wie weet hoe slim de indringer is. Straks is dit allemaal voor niks!” Allading kijkt bedenkelijk. “Dan gaan we opsplitsen. Blauwtje, jij gaat met Heethoofd en Bladdibad terug naar huis in een rap tempo. Regel dit. Wij houden dezelfde koers aan naar de top van de berg, voordat de poort naar het gokpaleis sluit. Zorg ervoor dat wij niet voor niets met Jack zijn pot terugkomen.” “Ja baas” zeggen de 3 rovers in koor en ze splitsen hun wegen.
2 minuten eerder
“ROVERS!!” Hans en Robin Good stoppen en springen in de bosjes naast de rivier. Fluisterend zegt Robin: “We zijn heel dichtbij Hans…”
Wordt vervolgd…