Knibbel knabbel knuisje, wie komt er gokken in mijn huisje? (Deel 8)
Vorige keer in deel 7:
Nadat Heethoofd tegen het achterwerk van het konijn.. ehh.. de haas had aangekeken, rolde zijn trek in een hapje konijnenvlees als een konijnenkeutel achteruit. De 3 rovers met een tussentijdse missie maken zich zorgen over de indringer in het huis, maar Heethoofd laat zich niet door zijn mooie hoed schieten en is uit op wraak, waardoor hij de zijn stotterende vriend samen met de wijsneus zonder hem terug naar huis laat gaan. Echter…
Ondertussen in… de Kamer des Onheils
…en ze geeft een kreet! “AAAAHHH!!!!” Het grietje ziet een enorme glazen trechter in de kamer staan, voor de helft gevuld met goud. Het gevaarte hangt boven een flinke, op gasflessen aangesloten vuurpit. Er hangt overal een eclips zwarte rook omheen. Nog enigszins gevuld met adrenaline van haar ravage door het huis zojuist, is ze nieuwsgierig rook aan het wegblazen om te ontdekken wat hier aan de hand is. Al blazende ziet ze een een kraan die onderaan de trechter is aangesloten, die vervolgens is aangesloten op een leiding. Ze blaast nog een paar keer langs de leiding en weer klinkt het: “AAAAHHH!!!!!”
Dood schrikken
Het grietje rent de kamer uit, terug de trap op naar de laatste slaapkamer waar ze de honkbalknuppel heeft achtergelaten. Geschrokken en opnieuw buiten adem, loopt ze stap voor stap met haar teruggevonden wapen, stevig met beide handen vastgegrepen terug naar de trap. Hijgend kijkt ze naar beneden, naar de openstaande deur. “Wat was dat…” Fluistert ze tegen zichzelf. “Het leek op een doodskist nietwaar?” Zegt een stem in haar hoofd. “Whoooo WAT??” Roept het grietje ineens uit! “Wie is dat? Waar ben je? Zeg op waar ben je laffaard!!” Roept ze terwijl ze om zich heen kijkt. Met grote ogen doorzoekt ze de ruimte om zich heen en kijkt achter de deuren van de slaapkamer achter haar. “Luister eens, ik weet niet hoe je dit doet, maar ik zal je vinden!” Maar het blijft stil. Ze besluit weer langzaam, trede voor trede, terug naar beneden te gaan. Bij elke trede kijkt ze goed om zich heen en luistert ze aandachtig naar de spookachtige stem in haar hoofd.. of er in elk geval niet ver vandaan..
In de val…?
Bij de laatste trede aangekomen pakt ze de knuppel weer stevig vast, klaar om er voor ronde 2 op los te slaan. Ze komt bij de deur en spiekt er voorzichtig aan voorbij, maar ziet, behalve de rook, niets bewegen. Diep haalt ze adem en ze gaat vol zelfvertrouwen met wat grotere en snellere stappen de kamer binnen, ze staat voor de rookwolk en blaast volop haar longen uit richting de waarschijnlijke kist. “Pfffffffhhhhhhhhhhhhhh” Haar ogen groeien, maar deze keer zonder een kreet. Gelukkig zeg. En jawel, ze ziet het.. “Het is inderdaad een doodskist” zegt het grietje. Ze ziet langzaam de rook verdwijnen van een langwerpige houten kist. “Wauw… wat mooi… wat een kunstwerk…” Als ze dichterbij komt ziet ze overal symbolen in het hout verwerkt, elk afgebakend met een nauwkeurige lijn goud. Als ze nog een keer blaast verdwijnt de laatste rook en ziet ze dat de leiding van de trechter, via een gat midden in de kist, verdwijnt.
Wordt vervolgd…